Een yurt of ook wel ger genoemd is een uit Mongolië of Rusland afkomstige traditionele ronde tent.
Deze tent wordt vooral voor bewoning gebruikt door de rondtrekkende vee-nomaden, die schapen, geiten, kamelen en/of paarden houden.
Deze nomaden leven in de koude, droge steppegebieden van Centraal-Azië. Het woord ger betekent letterlijk huis.
Het geraamte van een yurt bestaat uit gescharnierde houten muren (hanni), houten dakstokken (unni) en een centraal houten wiel (tono). De tono zorgt tevens voor de lichtinval in de yurt. Om dit houten skelet wordt een touw gespannen om de constructie bij elkaar te houden. Een yurt heeft vaak een lage massief houten ingang, die altijd op het zuiden is gericht.
Het skelet wordt bedekt met een dikke wollen viltdoek ter isolatie. Over het vilt komt uiteindelijk een waterdichte liefst ademende canvas doek ter bedekking. De gehele bedekking wordt door drie banden tegen het skelet geklemd. De spanning is zo groot dat de gebogen muren zich rechten en zo de krachten van het dak beter kunnen dragen.
Om de yurt van binnen te verwarmen tegen de kou, gebruiken de nomaden een kleine houtkachel.
De inrichting van een yurt geeft de sociale en spirituele ordening van de daarin levende familie weer. Ieder familielid kent zijn eigen plaats in de yurt. Dat is ook nodig, want de ruimte is minimaal.